woensdag 10 augustus 2011

Zoektocht Leuven: reglement

Reglement bij de zoektocht “LEUVEN”.


Deze wandelzoektocht wil aan de hand van een beschrijvende tekst en een reeks vragen de deelnemers nader kennis laten maken met een stukje authentiek Leuven.

In de routebeschrijving zitten geen vallen, zodat iedereen de weg van begin- tot eindpunt makkelijk moet kunnen vinden. Bij onvoorziene wegonderbrekingen of andere omstandigheden doen we beroep op je gezond verstand. De inrichters zijn niet verantwoordelijk voor gebeurlijke ongevallen.

Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen hoofdletters en kleine letters:  Zon = zoN = ZON.
Het lettertype is onbelangrijk:  woordWooRd woord  =  WOORD.
Een tekst of woord tussen aanhalingstekens ( “ ….. ” ) in de vragen moet je kunnen lezen zoals het tussen de aanhalingstekens staat.
Zonder aanhalingstekens moet je van het betreffende woord een afbeelding (of een deel ervan) kunnen zien. (Een paardenkop staat dus ook voor een paard.)

Op alle vragen kan je het antwoord ter plaatse aflezen of, mits wat speurwerk, afleiden. Als een antwoord ter plaatse kan afgelezen worden, wordt dit als enig correct antwoord beschouwd (ook al is dit in tegenspraak met wat in de literatuur kan gevonden worden!).

Waar het antwoord ter plaatse af te lezen is, vragen we wel een ‘correcte’ schrijfwijze (zoals het ter plekke te lezen staat). Dus: thym  ≠  thijm !

Jaartallen kunnen in alle vormen voorkomen: Romeinse cijfers (I, V, …), Arabische cijfers (1914…), afgekorte vormen (14 i.p.v. 1914…), enz…

Denk ook aan de schiftingsvraag op het einde van de wandeltekst. Deze vraag wordt enkel in rekening gebracht bij gelijkheid van punten op de 25 antwoorden van de zoektocht.

Indien er dan nog geen uitsluitsel is, zullen extra schiftingsvragen beslissen.


Maar deelnemen is belangrijker dan winnen…




LeoPol                                   




woensdag 3 augustus 2011

Leuven: historiek

Beste zoektochters,

Hierbij een geschiedkundig overzicht van Leuven doorheen de eeuwen, dit als voorbereiding op onze volgende zoektocht (d.d. 17 september 2011).



LEUVEN :   geschiedkundig profiel


In de streek rond Leuven heeft men heel wat vondsten gedaan uit het Neolithicum.

In de preromeinse tijd behoorden deze contreien tot het verre grensgebied van de Nerviërs (in het Zuiden en het Westen) en de Eburonen (in het Oosten, langs de beide Maasoevers). De Dijle vormde een natuurlijke grens tussen de grondgebieden van beide Gallische volkeren. De Nerviërs werden onder Boduognat in 57 v. C. door de Romeinse veldheer Caesar aan de Samber verslagen. In 'De Bello Gallico' lezen we: "Caesar wilde goed laten zien dat hij stakkers en smekelingen met mededogen behandelde, en nam zorgvuldig maatregelen om hen te redden: ze kregen toestemming te blijven wonen op hun grondgebied en in hun steden". Ambiorix, koning van de Eburonen, bewerkte in 54 v. C. een opstand van de 'Belgae' tegen de Romeinse troepen. Hij wist ze uit hun legerplaats te lokken en te vernietigen, maar moest het beleg opbreken bij de nadering van Caesar. Ambiorix werd verslagen, maar bleef tot 51 v. C., met medewerking van zijn volk,  een hardnekkige guerrilla voeren, waarbij hij voor Caesar ongrijpbaar bleef. Als represaille verwoestte Caesar het land van de Eburonen en roeide de gehele volksstam uit (53 - 51 v. C.).
           
In de Romeinse kolonisatieperiode (de eerste drie eeuwen na onze tijdrekening) was onze streek aangesloten op het Romeins verkeersnet (de heirbaan Tongeren - Asse). Aan de Romeinse overheersing dankten we toen een hoogstaand maatschappelijk en sociaal leven. Dit werd  op het einde van de 3de eeuw abrupt afgebroken door de invallen van de Franken. Daardoor ging bijna de hele Romeinse beschaving verloren. In de vroege middeleeuwse periode speelden zich hier waarschijnlijk geen betekenisvolle gebeurtenissen meer af.

De Middeleeuwse periode van 800 tot 1600 is wel belangrijk voor de geschiedenis van Leuven.

Van de 9de tot de 12de eeuw evolueert het "graafschap Leuven" tot het "hertogdom Brabant". Het begint omstreeks 800 met de christianisatie van de autochtone, heidense bevolking. Heel wat kleine, houten kapelletjes worden opgericht in de kern van vaste nederzettingen. Het graafschap Leuven kwam toen geografisch vrij goed overeen met wat wij kennen als "het Hageland". De oudste burcht van de graven zou gestaan hebben op het eiland tussen twee Dijle-armen, waar zich nu het " Groot Begijnhof " bevindt. De vroegere benaming van deze plaats ("Aborg", een vervorming van Oudeburg) zet deze hypothese kracht bij. Het oudste geschreven document dat de naam van de stad vermeldt, dateert van 884. De oude burcht van LUVANIUM werd toen ingepalmd door de Noormannen, die via de Dijle diep in het binnenland infiltreerden voor hun plunderingstochten. In 891 werden ze echter door de Duitse koning Arnulf van Carinthië definitief verslagen nabij ditzelfde LOVON.

In de 11de eeuw voerde graaf Lambrecht I met de Baard een belangrijke expansiepolitiek naar het zuiden. Zo kon hij de aartsrivalen uit het prinsbisdom Luik op veilige afstand houden. Door huwelijk en erfenis kwam hij tevens in het bezit van het graafschap Brussel en het kerkelijk gebied Nijvel. Het graafschap Leuven kwam zo nagenoeg overeen met de provincie Brabant. De residentie van de graven werd overgebracht naar 's Hertogeneiland, een ander eiland in de Dijlevallei (op de plaats van de huidige 'O-L-Vrouw-ter-Predikherenkerk'). Omstreeks 1100 werd in Maas-Romaanse stijl aan de bouw van de Sint-Pieterskerk begonnen. De crypte ervan is nog steeds intact. De eerste steenlegging van de latere stad was meteen een feit.

In de 12de eeuw werd onder Godfried met de Baard het markgraafschap Antwerpen aan het graafschap Leuven toegevoegd, waardoor de oppervlakte van het grondgebied verdrievoudigde. Leuven bleef de hoofdplaats van het (sinds 1188) "hertogdom Brabant", ondanks de concurrentie van Brussel, Antwerpen en 's Hertogenbosch. De stad Leuven begon zich stilaan te ontwikkelen. De bouw van een eerste stenen omwalling is hier nog een stille getuige van.

De 13de en het begin van de 14de eeuw was in alle opzichten een gouden periode voor Leuven. Een logisch gevolg hiervan was het stijgend aantal inwoners. De Dijle vormde een belangrijke factor in de stedelijke ontwikkeling van Leuven. Vanuit de handelshaven (op de huidige Vismarkt) had men via de Rupel, de Schelde en de Noordzee een rechtstreekse verbinding met Engeland, Frankrijk, Spanje en Italië. Vooral de handelsbetrekkingen met Engeland verliepen opperbest. Wol van prima kwaliteit werd ingevoerd, laken, dichte zware stof, als afgewerkt product geëxporteerd. De lakenhalle is hier een weerspiegeling van. Aan die verstandhouding kwam omstreeks 1340 een einde, toen de Britten hun eigen lakenproductie begonnen te organiseren.
De sterke bevolkingstoename en de christelijke grondtoon van de toenmalige samenleving mondden uit in de bouw van nieuwe kerkgebouwen en twee begijnhoven. Heel wat kloosterorden kwamen zich nu te Leuven vestigen. Enkele stenen patriciërshuizen droegen ook bij tot de uitstraling van Leuven. De hertogen hadden intussen (in 1233) hun verblijfplaats op 's Hertogeneiland verlaten en trokken naar de veiligere en hoger gelegen 'Keizersberg'. Maar, door de economische bloei van Leuven ijverde het plaatselijke bestuur voor meer zelfstandigheid. Dit leidde tot strubbelingen met het centrale gezag, met als gevolg het vertrek van de hertogen en hun residentie naar Brussel (in 1267). Toch bleef Leuven nog bijna een eeuw de belangrijkste stad van Brabant. Maar het wegvallen van de lakenhandel, lagere lonen, werkloosheid, spanningen tussen gilden en ambachtslui, … lieten hun sporen na. Onlusten tijdens het laatste kwart van de 14de eeuw leidden tot verbanning van een massa wevers en ambachtslui en brachten Leuven mee aan de rand van de ondergang.

In de 15de eeuw kende de stad enige heropbloei. De stichting van de Katholieke Universiteit in 1425 was hier niet vreemd aan. De lakenhalle werd omgetoverd tot universiteitshallen. Het kloosterleven in Leuven kreeg een nieuwe impuls. Een korte opflakkering van de lakenhandel bracht ook op andere terreinen werkgelegenheid mee (leder, tapijt, bont, linnen, …). Op architecturaal vlak kregen we de "Brabantse hooggotiek". Maar schone liedjes duren meestal niet lang.  Het einde van de 15de eeuw en de hele 16de eeuw beleefde Leuven een echt dieptepunt in zijn geschiedenis. In die periode kregen we ook nog de opstand van de Nederlanden tegen Spanje, samen met het opkomend protestantisme. Gelukkig bleef Leuven gespaard van de vernielingen van de beeldenstorm. Ook wist in dit rumoerig klimaat de universiteit stand te houden. Het inwonersaantal was intussen wel gedaald tot minder dan de helft van de 20.000 inwoners in de gouden periode.

In de 17de en 18de eeuw (onder Oostenrijks bewind) voltrok zich een langzaam herstel. Absolute prioriteit ging toen naar de landbouw, en later naar handel en economie. Brede, rechtlijnige steenwegen en een nieuwe vaart zorgden voor een grootschaliger en sneller transport. De barok drukte haar stempel op de burgerlijke architectuur, maar evolueerde later in onze meer rationeel denkende maatschappij naar functionaliteit en soberheid. Het neoclassicisme maakte komaf met de overdreven versieringen van de barok.

De al te liberale hervormingen van de Oostenrijkers mondden op het einde van de 18de eeuw uit in de "Brabantse omwenteling". De Franse Revolutie stelde een definitief einde aan de Oostenrijkse aanwezigheid. In de eerste jaren van de Franse bezetting kregen vooral de katholieke instellingen het hard te verduren. Dit leidde o.m. tot afbouw van de Katholieke Universiteit en oprichting van een staatsuniversiteit in haar gebouwen.

De industriële revolutie in de 19de eeuw bracht een accentverschuiving mee naar een maatschappij met massaproductie en pendelarbeid. De tweede stadsomwalling werd omgetoverd tot een verkeersring. Leuven werd aangesloten op het Belgisch spoorwegnet. De Vaart werd aangepast, zodat grotere schepen de haven konden bereiken. De brede en rechtlijnige Bondgenotenlaan (in contrast met de andere - middeleeuwse - kronkelende invalswegen) werd aangelegd. Een gevolg van dit alles was een enorme bevolkingstoename. De Universiteit nam in het 'onafhankelijke België' een nieuwe start. Kloosters kenden een wederopbloei (o.a. de benedictijnen op de Keizersberg). De neogotiek kende te Leuven een sterke uitstraling, zo sterk dat de "Art Nouveau" hier nauwelijks een kans gekregen heeft.

De twee wereldoorlogen waren dan weer een zware beproeving voor de Leuvenaars en hun gebouwenpatrimonium. Maar ook deze wonden werden, op enkele littekens na, langzaam maar zeker geheeld.


                                               ************************  
               (bron:   GEOGIDS Leuven)



LEUVEN:  Openluchtmuseum van architectuur.

Romaans:         crypte (11de eeuw) van de Sint-Pieterskerk
                        Ringmuur 12de eeuw

Gotiek:             stadhuis
                        gelijkvloerse verdieping van de hallen
                        Sint-Pieterskerk
                        Sint-Kwintenskerk
                        huizen “Limburg” en “van ’t Sestich”

Renaissance:     Van Dalecollege

Barok:              dekenij
                        Luiks college
                        Sint-Michielskerk

Rococo + Louis-stijlen + Classicisme: colleges:              -     St.-Anna

-         Heilige Geest
-         Konings
-         Premonstreit
-         Atrecht
-         Hoge Heuvel
-         Paus

Neo-gotiek:      Amerikaans college

Neo-Vlaamse Renaissance:      gevels « Oude Markt »


Moderne stijlen:           H. Hartkliniek  -  OCMW-gebouwen




Rechtstreeks van Leuven afgeleid  =  naam van dorp “Lovenjoel”

         Rond 980: als ‘Lovinion’ geschreven

            In 1114:  ‘Lovinium’
            In 1183:  ‘Lovengiul’

Betekenis van deze naam:  “Klein-Leuven”




Veel leesgenot!
LeoPol.


---


maandag 18 juli 2011

Leuvens dialect: deel drie

M’emme vandoog e neigeniereloëk                   We hebben vandaag een begrafenis
in Vlierbeik                                                       in Vlierbeek

Es me da nen bèllemoinkes                               Dat is een lawaaimaker

Doo’s een oor in de bouter                               Daar is iets niet pluis

Vei ne niet zit em op ze pjêd                              Hij maakt zich boos voor een kleinigheid

‘K em vandoog mo lèllebieene                          Ik heb vandaag maar slappe benen

’T es een biskantege zook                                 Het is een vervelende zaak

Stekt da moo nit in eu bolleke                           Wees daar maar niet bezorgd over

Da’s naa nekiee nen azoënpisser                       Dat is een echte zuurpruim

Edde ’t  wei van eu gat kinnen afsjidde              Heb je u er weer vanaf kunnen maken

Da zod’em ni noo jeive                                     Dat zou je nooit van hem verwachten

Z’es getroud mei ne lillekendag                         Ze is getrouwd met een lelijkaard

Oë ’s wei gon lampette                                     Hij is weer gaan drinken (zuipen)

Zuen’n upmêrking es ielemoo gedeploseid          Zo’n opmerking is totaal misplaatst

Da kan mene witte nit trekken                           Dat kan ik mij financieel niet veroorloven

Ge moet ne ave mèttekou gieen smeule             Iemand met ervaring moet je niet zeggen
lieere trekke                                                        wat hij moet doen

Wa zoëde goë toch vei nen ètfrètter                  Wat ben jij een kniezer

Zet eiven ollenblok moo gerrieed vei                 Zet uw klomp maar klaar voor Sinterklaas
Sinterkloos

Patate-mèt                                                      aardappelmarkt (kruispunt Vaartstraat –
                                                                      Vital Decosterstraat)

Ze trekt wei een froos                                       Ze laat haar lip hangen

Doo zat e jêredolleken in men badkomer             Er zat een spitsmuis in mijn badkamer

Elke zot iee zen marot                                       Ieder heeft zijn stokpaardje


En als toemaatje, de spreuk van de maand:   enthousiasme. 


Wie zijn geestdrift behoudt, wordt wellicht ouder van jaren, maar nooit oud.
       (Camille Huysmans)


Wanneer iemand sterft en hij heeft op zijn kinderen zijn enthousiasme overgedragen, dan heeft hij hen een schat van ongekende waarde nagelaten.
         (Thomas A. Edison)


Enthousiaste groetjes.

LeoPol

zondag 3 juli 2011

Leuvens dialect: deel twee.




Ze zen e parrolleken on’t viere                          Ze zijn een praatje aan het maken

Da’s nen gatlunker                                          Dat is een voyeur

Ge meugt eu pollekes kisse                               Je mag van geluk spreken

Ge kint er nit up voetgon                                 Je kan er niet op rekenen

Z’emmen ons on’t woter gerakkordeid              Ze hebben bij ons het water komen aansluiten

Oë kost em ni gediere van den iksel                  Hij kon het niet uithouden van den jeuk

Kakke goo vei ’t bakke alwoot es den
ouven heet                                                      De dringendste zaken gaan voor alles

Z’aa giee plat struet verlieed                            Ze had helemaal niets uitgevoerd

Oë zal gieen akkoizje rateire                             Hij zal geen buitenkansje missen

Wa ston ze doo naa wei te feizele                      Wat zijn ze daar aan het fluisteren

Oë ’s wei zen kas on ’t upfrette                         Hij is weer aan het piekeren

Ze kan nemiee oeet de veute                             Ze is niet goed meer te been

Ze zen gefianseid                                             Ze zijn verloofd

Oë deut dat em van krummenoos komt             Hij houdt zich voor den domme

Mei da rappaj kinde bieeter nit te                       Met dat gemeen volk kan je beter niet te
deun hebbe                                                       doen hebben

Oë iee veil euresjans                                         Hij heeft veel geluk

Sèvves es’t wei koinkeskermis                          Zo dadelijk krijg je weer op je billen

Da’s doo getapesseid à la mistanflut                  Het is daar slecht/slordig behangen

Schrèft da moo up euven boeek                        Reken er maar niet op

Ge moet me zue ni pèssekweire                        Je moet zo niet aandringen

’T es e krawèlleg mènneke                                Het is een zenuwachtig kind

Ik vieeg dat on men polevieë                             Ik lap dat aan mijn laars

Nog zue nen duf en ’t es dunker                       Dat doet de deur dicht


En nog een toemaatje!
Een onfeilbaar dieet voor (getrouwde) mannen: nooit eten terwijl je vrouw spreekt.

P.S.:  Wie kan me vertellen van wie deze uitspraak komt?
Tot de volgende...

LeoPol.

donderdag 23 juni 2011

Leuvens dialect

Enkele belangrijke gebouwen (monumenten) rond Leuven zijn nu blootgelegd...
Maar voor we Leuven zelf binnenstappen is het misschien toch wel nuttig om het Leuvens dialect wat toe te lichten.

Enkele kenmerkende uitspraken kunnen u misschien helpen om de Leuvenaars wat beter te begrijpen...

Vandaar een drietal afleveringen.



Leuvens dialect (1)

Z’emmem em boë ze pikke                               Ze hebben hem beetgenomen

‘K em ne keumel geschote                                Ik heb een flater begaan

Das ’t nevralzjiek poent                                    Dat is de gevoelige plek, de moeilijkheid

Krakkebazen                                                   Blauwe bosbessen

Me stonte dao vei ne fet-acompli                      We stonden daar voor een voldongen feit

Oë iee moete demisjonneire                              Hij heeft moeten ontslag nemen

Ik wond men arloizjen up                                 Ik wond mijn uurwerk op

As ek et geu veiem komt em mërge                  Als ik mij niet vergis, komt hij morgen

Doo stoo ne noikesbuem in menen of                Daar staat een notenboom in mijn hof

On de stoese                                                   Aan het station

Wa nen brikabrak es me da                               Wat voor een rommel is dat

D’as proot vei de vook                                      Dat is onzin

Da jeif ek en up e brifke                                    Daar mag je zeker van zijn

‘K em van ditten en datte gekocht                      Ik heb dadels gekocht

‘K moet doo ieest es ouver noopaze                   Ik moet daar eerst eens over nadenken

Z’es de pompon van de famille                          Ze is de mooiste van de familie

Z’es nit on eir gaike gedupt                               Ze is niet van gisteren

Oë iee nen dwêze kop                                      Hij is niet voor rede vatbaar

T’es van men botte                                          Het loopt verkeerd

‘K zal eu  sèvves nekiee ramasseire se               Ik zal u straks eens vastpakken

‘K eit jêre jêrebeize mei blumsoeker                   Ik eet graag aardbeien met bloemsuiker

Oë moet moo zene string trekken                      Hij moet zich maar uit de slag trekken

’T es nen gamèllefrètter                                   Het is een beroepsmilitair

Da’s nogal ne kastaar se                                  Dat is mij er één


Salukes... en tot de volgende zitting.
LeoPol


donderdag 2 juni 2011

Spreuk van de maand...

Bedoeling is om elke maand enkele kenmerkende spreuken in het daglicht te zetten.

Voor deze maand is "liefde" het codewoord.


Antoine de Saint-Exupéry zag het zo:

De ervaring leert ons
dat liefde niet bestaat uit
het naar elkaar kijken
van twee mensen,
maar uit het samen 
in dezelfde richting kijken.      





En ook Albert Camus heeft zijn visie:

Een mens liefhebben betekent,
bereid zijn om er oud mee te worden.


Misschien zijn er onder u enthousiastelingen die ook hun bijdrage willen leveren...

Dat kan natuurlijk door een "reactie" door te sturen...

Enthousiaste groetjes.


LeoPol.

maandag 30 mei 2011

Afronding 'rondom Leuven'.

Tenslotte besluiten we deze "rondom-Leuven-toer" met een abdijbezoek.


Dit einde situeert zich in Vlierbeek, en wel bij de voormalige Benedictijnenabdij, gesticht ca. 1125. De oorspronkelijke houten primitieve gebouwen werden midden 12de eeuw door nieuwe vervangen. In den beginne nog afhankelijk van de abdij van Affligem, ontsloeg de paus in 1163 Vlierbeek van alle onderdanigheid tegenover deze abdij. De macht en de welstand van de abdij werd onderbroken in 1572, toen ze werd platgebrand door de troepen van de prins van Oranje (Willem de Zwijger). De wederopbouw gebeurde in twee grote bouwperioden., en startte omstreeks 1776. Maar alleen de kerk en een gedeelte van het abtskwartier werden voltooid. Want in 1796 werd de abdij door het Franse bewind opgeheven.



En nu hoog tijd om onze dorst te lessen:   http://www.rozenkrans.be/

Ter herinnering: de Rozenkrans was 'in illo tempore' het ontmoetingscafé voor de Leuvense universitaire studenten (voor wie de oude markt schuwde)... 

Schol vanwege LeoPol.

maandag 16 mei 2011

Rondom Leuven - vervolg

Een heel eind verder, rechts van de Mechelse poort en ten noorden van Leuven, bevind zich de Keizersberg. In de 13de eeuw werd hier de hertogelijke burcht opgericht. Oorspronkelijk resideerden deze hertogen in het centrum van de stad, op ’s Hertogeneiland, vlakbij de Predikherenkerk. Maar vooral om veiligheidsredenen verlieten ze het centrum van Leuven en bouwden (hogerop) een nieuwe burcht in het noorden van de stad. Onder de (autochtone) Leuvenaars is deze heuvel bekend onder de naam 'Boelenberg' of 'Borgberch'. Onder meer Karel V was hier een vaste klant. Toen Karel keizer werd, liet hij de burcht te Leuven uitbreiden en verfraaien. De humanisten van de universiteit gaven aan het kasteel (of burcht) de vleiende naam "Castrum Caesaris", het slot van de keizer. Vandaar de naam Keizersberg of Caesarsberg.


In de 18de eeuw werd de burcht afgebroken. Op deze plaats bouwden de Benedictijnen in 1890-1928 een ruime abdij in sobere neoromaanse stijl, gedeeltelijk omringd door gekanteelde muren. Ze werd opgericht als studiehuis door de monniken van de abdij van Maredsous.



De grote toegangspoort draagt het wapenschild van Keizer Karel.

Het stenen O.-L.-Vrouwbeeld (9 m hoog, en met voetstuk zelfs 15 m) valt hier zeker op.

O.-L.-Vrouw kijkt met open armen toe op het reilen en zeilen in Leuven. 







Meer info:   http://www.keizersberg.be/






Groetjes van LeoPol.

maandag 9 mei 2011

Dankbaarheid.

Beste lezers,

Af en toe wil ik ook eens een mooi gezegde, aangrijpende tekst, scherpe uitspraak aan dit blog toevoegen...


En ik start met een tekstje van van de u wel bekende LEO TOLSTOI:

"Ik heb nooit mijn lot beklaagd of gemord. Eens echter, toen ik zonder schoeisel was en geen schoenen kon kopen, begon ik te morren. Met een zwaarmoedig hart ging ik toen een moskee in Kufa binnen en ik zag daar een man die geen benen had.
Toen dankte ik God erom dat ik nog beide benen bezat en mij alleen maar schoenen ontbraken om ze te bekleden."



En ik besluit met een uitspraakje van 'August Von Kotzebue':  

"Dankbare mensen zijn als vruchtbare akkers: zij geven het ontvangene tienmaal terug."

















Dankbare groetjes aan al onze vrienden en echte kameraden.

LeoPol.

donderdag 5 mei 2011

Jezuïetenhof

En we wandelen, stappen, fietsen, ... oh ja, er bestaat ook nog zoiets als een auto... verder.


Wanneer je de voormalige priorij (zie vorig schrijvertje) links laat liggen en de Celestijnenlaan volgt, liggen aan uw linkerkant heel wat universiteitsgebouwen. Hier wordt nog uitgebreid les gevolgd (?)!
Aan je linkerkant ligt ook een lange dreef (met ernaast o.m. de IMEC-gebouwen). Deze dreef voert doorheen een bos naar Egenhoven. Ga op zoek naar het Jezuïetenpachthof, een oude 17de eeuwse boerderij, omgevormd tot een reeks woonhuisjes. Wandel onder de poort naast restaurant Arenberg door en je botst op dit Jezuïetenhof met een prachtige duiventil boven een korfboogpoort, horend bij het vroegere hoevegebouw. Deze stevige vierkante duiventoren met tentdak en windwijzer valt hier op.

Volg rechtdoor de bosweg (negeer gerust het bord “privaat domein”, dat hier illegaal hangt) tot je een honderdtal meters verder aan je rechterkant een hoge gietijzeren poort ziet. Je kan erdoor lopen tot aan een tweede gelijkaardige poort. Tussen de bomen ontwaar je dan het voormalige buitengoed van de jezuïeten. 
Nadien is dit eigendom van het jozefietencollege in Leuven (op de Oude Markt) geworden. Nu is het eigendom van de stad Leuven.
Dit merkwaardig landhuis in traditionele burgerstijl (17de eeuwse bak- en zandsteenstijl) is een architecturaal juweel van voornaamheid, evenwicht en zuiverheid in lijn en volume. Met wat geluk staat de poort open en kan je het van naderbij bewonderen (mits het nodige respect!).
Voor de natuurliefhebbers: het gebied er rond is een zeer aangenaam wandel- en fietsgebied.

Wandel-, stap- of andere groetjes.


LeoPol.

donderdag 28 april 2011

Betaalmiddelen...

Wat hebben we zoal op onze kerfstok?

Twee spreekwoorden en uitdrukkingen i.v.m. `kerfstok`


1) heel wat op zijn kerfstok hebben (= veel dingen misdaan hebben (afgeleid van het gebruik om schulden bij een café te registreren door kerfjes in een stok te snijden)).
2) iets op zijn kerfstok hebben (= verkeerde dingen gedaan hebben)

Wat meer uitleg over “kerfstok”:

Onder kerfstok verstond men vroeger een stuk hout of stok waarin kerven of insnijdingen werden aangebracht. Het werd vooral gebruikt door hen die niet konden schrijven en was dus een soort 'rekeningboekje'. Koper en verkoper hadden eenzelfde stok waarin gelijktijdig inkepingen werden gemaakt, die nauwkeurig met elkaar overeenkwamen om vervalsing te voorkomen. Als je 'veel op je kerfstok' had, zat je behoorlijk in de schulden. Tegenwoordig gaat het meer om zedelijke schulden: 'je hebt veel op je kerfstok' betekent nu dat je veel kwaads hebt gedaan, dat je veel op je geweten hebt.
Een synoniem voor kerfstok is 'de lat', vaak op dezelfde manier gebruikt door caféhouders. 'Op de lat (kerfstok) drinken' betekent dus 'op krediet' of 'op de pof' drinken. Schulden in cafébezoek werden dus op een "kerfstok" gezet. Velen gingen dus dronken naar huis, maar met een 'stok' achter de deur...
 
Maar er zijn nog andere cafégebruiken om schulden af te betalen.
Het Goudblommeke in Papier is een café in de Belgische hoofdstad Brussel. Het 17de eeuws gebouw staat aan de Cellebroersstraat 55 (of is het 53?) in de Zavelwijk.



Het huis behoorde volgens een gedenkplaat in de gevel vanaf 1843 aan de Zusters van Liefde van Sint-Vincentius a Paolo, hun eerste Brusselse vestiging. Later werd dit oord van bezinning getransformeerd tot een stek van plezier, het  "Café des Artistes", tot Geert van Bruane (1891-1964), schilderijenhandelaar, het zijn huidige naam gaf. Eerst was het artiestencafé een trefpunt voor dadaïsten, later kwamen de surrealisten. Bruaene rekende veel beroemde kunstenaars tot zijn klanten. Onder hen o.m. René Magritte, Louis Paul Boon, E.L.T. Mesens, Pierre Alechinsky en Hergé. Hugo Claus vierde hier zelfs zijn eerste huwelijk.

Merkwaardig voor dit artiestencafé is dat het vol hangt met authentieke schilderijen, etsen, teksten enz. En, zoals u allen wel zal weten, waren er veel artiesten die lange tijd zwarte sneeuw zagen. Velen werden pas postuum geëerd. Het betaalmiddel bij uitstek was dan een schilderij of ets of gedicht, dat dan steevast aan de muren van het café belandde. En die hangen nu nog altijd schots en scheef aan die muren, zoals weleer.

Bij het overlijden van Geert Van Bruane begon echter de zwanenzang. De gezellige slordigheid maakte plaats voor verkommering, met failliet als gevolg. Gelukkig kwam in 2007 de wederopstanding en werd alles opgeknapt met respect voor traditie, inclusief de 204 kadertjes. Het vervolg is terug een succesverhaal…

Het Goudblommeke bloeit als nooit tevoren!


Artistieke groetjes. En schol...

LeoPol.

zaterdag 23 april 2011

Rond Leuven in uurwijzerzin.

En om door te te gaan op ons vorig bericht:


Wat verder in uurwijzerzin (en nog steeds in Heverlee) ligt het “kasteel van Arenberg”, een laatgotisch slot met renaissance-elementen. Het is omgeven door een zeer uitgestrekt en mooi wandelpark (dat in noordelijke richting reikt tot aan de sportterreinen van KULeuven).
Karakteristiek zijn de twee grote hoektorens met perenspitsen, waarop telkens een Duitse Adelaar prijkt, een verwijzing naar het Duitse adellijke geslecht Arenberg. 


In het Duitse rijk waren leden van dit geslacht tot in het begin van de 19de eeuw vorsten van het Duitse staatje Arenberg. In 1916 schonk Arenberg het kasteel en honderden ha. Park, bos en landbouwgrond aan de Katholieke Universiteit Leuven,  die het gebruikt als centraal gebouw voor de ingenieursfaculteit. Het kasteel vormt ook het centrum van de campus exacte wetenschappen. De gronden werden ook benut voor de bouw van het sportinstituut, het landbouwinstituut, laboratoria en woongelegenheid voor honderden studenten. Kortom, een gloednieuwe campus kende hier zijn geboorte.
Wie hierover meer wil te weten komen, kan eens gaan neuzen op volgende URL:

Wanneer je met je rug naar het Arenbergkasteel staat, zie je in de verte een plein, het Kantineplein. Rechts van dit plein bevind zich “De Oude Kantien”. Oorspronkelijk was dit het gasthuis van het kasteel, nu omgetoverd tot hotel-restaurant.
Op het plein zelf staat ook een standbeeld. Eén van de gewezen kasteelheren, de blinde hertog Lodewijk Engelbert van Arenberg, staat hier met zijn beschermeling prof. Minckelers, de uitvinder van het steenkoolgas.

Wanneer je het kasteel rechts laat liggen (vanop het Kantineplein), zie je en eindje verder, voorbij de eerstvolgende lichten, aan de rechterkant de gewezen priorij der Celestijnen liggen. Deze priorij werd in 1521 gesticht door Willem de Croy (die ook de opdrachtgever was voor de bouw van het Arenbergkasteel) als begraafplaats voor zijn familie. Opmerkelijk is wel dat dit het enige klooster  in de Nederlanden is van de orde van de Celestijnen. De bijhorende kerk en ook andere delen van de gebouwen uit de 16de eeuw werden afgebroken in het begin van de 19de eeuw. Wat restte, diende hoofdzakelijk als stallingen voor het Arenbergkasteel.
In 1925 werd wat overbleef verworven door de universiteit en gebruikt als proefstation van de Landbouwfaculteit en de Boerenbond. Het geheel werd tussen 2000 en 2002  gerestaureerd door de Spaanse architect Rafael Moneo en uitgebreid tot Campusbibliotheek.

En zo zitten we weer een beetje verder in onze cirkel rond Leuven. 



Bedoeling is ook om in de volgende afleveringen  niet alleen Leuven (en omgeving) te belichten, maar ook de spreuk van de week (als ze beklijvend genoeg is), of een intrigerende uitspraak, even te berde te brengen. Misschien dat sommigen onder u dit kunnen appreciëren. We zien wel!

Groetjes.

LeoPol.

zondag 10 april 2011

Derde lustrum zoektochten

Dag beste vrienden, zoektochters,


Zoals u al vernomen heeft via mail gaat het derde lustrum van onze zoektochtenreeks (in het kader van verkenningen van Vlaanderen) opnieuw door te Leuven.
Maar ook de omgeving van Leuven vraagt toch wel om enige toelichting. Want al wordt de bloei van onze stad al zowat zes eeuwen gedragen door haar eerbiedwaardige universiteit (de sedes sapientiae), de onmiddellijke omgeving heeft ook heel wat te bieden.
Op eerbiedwaardige afstand rond de ‘zetel der wijsheid’ ontplooide zich ook een rijk, edel en landelijk leven. En hiervoor hoeven we niet ver buiten de ‘Grote Ring’ rond Leuven te gaan.

Een kleine opsomming (in uurwijzerzin) mag dit duidelijk maken.

Een mijlpaal is zeker de “Premonstratenzerabdij van Park Heverlee” gelegen ten zuidoosten van Leuven. Dit uitgestrekt complex van gebouwen en landerijen getuigt nog van de rijkdom en vooral dominantie van weleer van deze Norbertijnenorde. Als je Leuven verlaat via de Parkstraat en je blijft rechtdoor rijden (dus de ring oversteken) moet je vlak voorbij de spoorwegbrug links inslaan. Na twee poorten beland je in een rustig, vredig en landelijk sfeertje, met de abdijkerk schuin links voor je. De oprichting van deze abdij moeten we in de twaalfde eeuw situeren. Het huidige (en mooie) architecturale geheel van gebouwen is hoofdzakelijk 16de tot 18de eeuws. Je kan hier ongestoord rondwandelen en genieten van hoevegebouwen, watermolen, kloostergebouwen, abdijkerk, kerkhof, enz…

      

Voor een gedetailleerde beschrijving van gebouwen en omgeving ga je best naar volgende website:   http://www.parkabdij.be/

Als je klikt naast “virtueel bezoek”, zal uw nieuwsgierigheid zeker beloond worden!!!


Je kan intussen al eens gokken op wat (in uurwijzerzin) het volgende bolwerk (?) rond Leuven zou kunnen zijn. Binnenkort krijg je hierover uitsluitsel.


Dwaal ondertussen niet te veel rond in duistere PARKEN. Laat er zeker je slaap niet voor!

Groetjes.

LeoPol.

zaterdag 2 april 2011

Nieuw Blog LeoPol

Vermits er met ons oude blog (seniorennet) te veel problemen opdoken, hebben we voor een nieuwe optie gekozen: blogger!


 Het vroegere adres kan u nog steeds bezoeken. Maar voor nieuwe informatie moet je bij "blogger" zijn.
     http://websiteleopol.blogspot.com


Binnenkort volgt langs deze weg meer info i.v.m onze zoektochten, inzonderheid Leuven.


  




Groetjes van  LeoPol en tot binnenkort.