Als vervolg op "roversbenden in Vlaanderen" belanden we tenslotte in Aalst, met de bende van Jan de Lichte.
Het boek "De bende van Jan de Lichte" van Louis Boon geeft tekst en uitleg, zij het dan wel gezien door de bril van Louis Paul Boon. En die stond niet altijd op scherp!
Met dit boek heeft Louis Paul Boon een (geromantiseerd) historisch
verhaal geschreven en geeft op zijn manier het verslag van een sociale strijd.
Het blijft natuurlijk zijn visie op de feiten, soms in tegenspraak met
de”officiĆ«le” (?) versie.
Opvallend is dat in de ‘officieuze’ eerste druk (hierboven) de auteur
niet Louis Paul Boon heet, maar Louis Boon.
In eerste instantie verwijs ik als bron naar de krant “Het Laatste Nieuws”,
waar het boek voor de echte publicatie als feuilleton verscheen. Harde
antikapitalistische en pikante passages werden wel geweerd. En Boon gaf – tegen
zijn zin – toe, omdat hij toen als columnist bij die krant dringend om geld
verlegen zat.
In het midden van de achttiende eeuw doet Jan de Lichte, de onverschrokken
zoon van een kroegbaas, een poging om de tienduizenden gedupeerden van
Vlaanderen te organiseren tot een min of meer geregeld leger onder de leuze
‘allen voor een, een voor allen’. Aanvankelijk slaagt het opzet. De bende
groeit en wordt gevreesd. De nobelen en notabelen worden gepluimd en de
bezetter, het Franse leger van koning Louis XV, dat het land uitzuigt en erop
los verkracht, voelen de zweep van de wraak. Maar Jan moet de strijd aangaan
met machtswellustelingen in eigen rangen.
Het is de klassieke truc van de rijke. Beloof een paar sukkelaars gouden
bergen, medailles en een goede positie, en ze draaien hun zak. Ze worden
mollen. Trouwe volgelingen van Jan de Lichte komen erdoor in de folterkamers
van de Franse politie terecht. Enkele slaan door en worden verraders. Het einde
van Jan de Lichte en dat van zijn bende wordt beslecht op de markt van Aalst,
waar galg en rad staan opgesteld. Het vonnis op 13 november 1748 luidde als
volgt: “Uw armen, benen, billen en ledematen zullen gebroken worden op een
schavot op de markt van deze stad. Zo zult u op een rad worden gelegd met uw
aangezicht naar de hemel en zo zult u blijven liggen zolang het God belieft u
in ’t leven te laten”. De laatste kreet van Jan de Lichte gaat door merg en
been: ‘Voor geen chanterik peu!’ – ‘Voor geen politiehond bang’.
Zoals ‘Het been’ van Willem Elsschot een vervolg is op’ Lijmen,’ is ‘De zoon
van Jan de Lichte’ dat op ‘De bende van Jan de Lichte’. Het tweede deel is
minder driftig van toon. Louis Paul Boon noemde het zelf ‘een vroom en vrolijk
boek’. Bij monde van de veertienjarige Marieke Bleecker ontwikkelen zich de
verdere avonturen van de harde kern van de bende. Ze willen dat de zoon van
Jan, Louis, het voortouw neemt in de klassenstrijd. Maar hij doorziet de
valkuilen van de opkomende industrialisatie. De kleine mens denkt dat hij er
beter van zal worden. Maar Louis weet beter. Het is een valse vooruitgang. De
kleine man zal altijd de onderdrukte blijven. In een wereld waar de
folterkamers fabrieken zijn en de machines foltertuigen, zit de kleine man
gevangen als in een concentratiekamp en wordt hij dwangarbeider. Louis de
Lichte stoot de leidersrol af en kiest voor spel en plezier.
Het verhaal van op- en ondergang van het idealisme loopt gelijk met het leven van
Louis Paul Boon. Als jongeling was hij anarchist, transformeerde na de Tweede
Wereldoorlog tot communist, werd vervolgens socialist, nadien liberaal, om
halverwege de jaren zestig tot zijn dood in 1979 nihilist te worden. Ieder zijn
goesting en laat mij gerust, werd zijn lijfspreuk.
Maar een boek is natuurlijk niet altijd de realiteit. Wat
waarschijnlijk bij Jan de Lichte uit idealisme ontstond (gezien zijn afkomst), groeide later uit
tot diefstal, moord en verkrachting. Hierbij werd niemand ontzien. Zeker niet de hogere standen, de leidende klasse. Ook niet de
eenvoudige bakker, herbegier en slager om de hoek. Hiervan zijn vreselijke taferelen bekend. En dat verklaart natuurlijk
waarom de jacht op Jan en zijn bendeleden zo hevig was.
En, wees gerust, voor 6 oktober zijn er geen problemen voorzien. Jan is al lang vergeten en begraven. Enkel de "zoektocht-folteringen" zijn dan aan de orde. Tot dan!
LeoPol
Geen opmerkingen:
Een reactie posten