zondag 29 mei 2016

Tienen - Germanuskerk

Hallo allemaal,



Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Sint Germàànestoure (Sint-Germanustoren)
Klik op de afbeelding om de link te volgenAls tussendoortje nog een liedje van "De Tiense Straatmuzikanten met als titel "Sint Germàànestoure". De Sint-Germanustoren is de toren van de hoofdkerk die de stad en de omgeving domineert.
http://detiensestraatmuzikanten.hetklikt.be/liedjes/liedjeszingen12.html

Hierna een poging om de tekst in het Tiens dialect te vertalen.
Sint Germàànestoure
            (Sint-Geramanus toren)

Dékkes moet ich noo nog pààze,
(dikwijls ik nu nog denken)
as ich no den toure zîen.
(als ik nu naar de toren kijk)
Vreuger spèlden heum e melodîeke,
            (vroeger speelde hij een melodietje)
zoe huët ge niks in de top tîen.
            (zo hebt u niets in de top tien)
As ich 's ooves in mé bèd lei,
            (Als ik ’s avonds in mijn bed lig)
huër ich het vantêêd vanèèr,
            (hoor ik het soms opniuew)
Mà dàd és dàn in mén druëme, jàà,
            (maar dan is dat in mijn dormen)
ich voenk het 'n schoeën èèr ... (twieë kirre)
            (ik vond het een mooie melodie… twee maal)
Schoeëne Sint Germàànestoure,
            (Mooie Sint-Germanustoren)
spélt dà lîeke noo nog ins –
            (speel dat liedje nu nog eens -)
Iederieën zult gêê bekoure,
            (iedereen zal gij bekoren)
do an ontsnapt ginne mins.
            (daaraan ontsnapt geen mens)
Rèchte Sint Germàànestoure,
            (Rechte Sint-Germanustoren)
makt mich lèk e kind zoe blêê
            (maak mij als een kind zo blij)
Bé dà lîeken aat mén kejoengesjoëre –
            (met het liedje uit mijn kwajongensjaren)
èn dà d'és al lank verbêê ... (twieë kirre)
            (en dat is al lang voorbij…twee maal)
As ich vreuger ins goenk wàndele bé mé lîef,
            (Als ik vroeger met mijn lief eens ging wandelen)
zoe hànd in hànd,
            (zo hand in hand)
Klingelde dà melodîeke,
            (klinkt dat melodietje)
èn wélle voenke dà plezànt.
            (en wij vonden dat plezant)
Noo és het àllemol verànderd,
            (Nu is het allemaal veranderd)
ne mins dàd és noo volle persei,
            (een mens dat is nu steeds gehaast)
Mà às gêê 't nog ins wilt speile,
            (Maar als gij het nog eens wil spelen)
zinge we 't allemoël mei ... (twieë kirre)
            (zingen we het allemaal mee)


Laat uw stem nu maar horen.

Groetjes,

LeoPol



dinsdag 17 mei 2016

Extra geschiedenis Tienen

Beste zoektochters en aanverwanten,


Even een korte aanvulling van het geschiedkundig verleden van Tienen.

Archeologische vondsten op het Grijpenveld, waaronder een tempel ter ere van de oosterse god Mithras, tonen aan dat Tienen in de Romeinse tijd bewoond was.
Onder de Franken bevond het centrum zich in de huidige stationswijk en omstreeks 1380 vormde de huidige Veemarkt de kern van Tienen.
Na 1635 (bekend als de 'Tiense Furie') verschoof dit centrum naar de huidige Grote Markt.
En het stadhuis veranderde van vestiging in 1711.

Tienen heeft voor zijn ontwikkeling veel te danken aan 'Lambrecht I met de Baard', die het in 1013 bij het graafschap Leuven inlijfde.

Begin 12de eeuw verwierf Tienen het stadsrecht en omstreeks 1250 was het de hoofdplaats van een meierij.

In de middeleeuwen bloeiden hier de wolnijverheid en de lakenhandel.

Maar in de 17de eeuw leed de stad zwaar onder de Franse en Hollandse aanvallen tegen de Spanjaarden (zie de gewelddaden van 1635).

In de 19de eeuw luidde de oprichting van drie suikerfabrieken een periode van nieuwe welvaart in.

Groetjes,

LeoPol