zaterdag 13 februari 2016

Tienen: spotnaam en dialect

Hallo kwèèkers en aanverwanten:


Hierbij enige info over de spotnaam van de Tienenaars en de eerste stappen in het (moeilijke) Tiense dialect...


SPOTNAAM:

De spotnaam voor de inwoners van Tienen luidt: 'Tiense Kwèèkers'.

Deze spotnaam zou ontleend zijn aan een verhaal (waar of niet waar?) dat in “L'étoile Belge” van 31 mei 1885 werd gepubliceerd. Met het nodige voorbehoud dus...

Vroeger was het de gewoonte om tijdens de Pinksterviering in de kerk een witte duif los te laten als symbool voor de Heilige Geest. Maar in dat jaar vond de koster geen witte duif. Hij besloot dan maar om een jonge eend te laten vliegen vanaf het doksaal. Een tamme eend kan echter niet vliegen en naar verluid zou het dier luid kwakend de misviering hebben verstoord...

Aanleiding genoeg om de Tienenaars (die bovendien de Heilige Geest vergeleken met een eend) vanaf dan 'Tiense Kwèèkers' te noemen.



En dan de eerste les 'Tiens dialect'!

Tienen, mén saaikerzujte schoeën stad!
Bé heur toures, heur haaze èn heur minse,
'ch hèm ter altêêd en boeënke veur g'had.
Béëter kan ich mich – ècht wooër – ni winse!

(Luc Lambrecht – redactie “welkom in Tienen”)


(Merk je ook wat Limburgs in dit dialect?)

Zoete groetjes,

LeoPol




maandag 1 februari 2016

Zoektocht september 2016.


Hallo fanatieke zoektochters,


Hoog tijd om wat info door te sturen i.v.m. onze volgende wandel-zoektocht, TIENEN.

In een mailtje hebben jullie al wat voorbereidende informatie doorgeseind gekregen.

Via dit blog wil ik - af en toe - wat extra wetenswaardigheden doorgeven, om het verlangen naar deelname wat aan te wakkeren!

En daar gaan we dan...


Het grote en prachtige marktplein van Tienen herinnert aan de vroegere grootheid van de stad.
De kerk van O.-L.-Vrouw-ten-Poel op deze markt heeft in het ontstaan van de Brabantse gotiek een zeer belangrijke rol gespeeld als leerschool voor een aantal Brabantse architecten uit de 14de en 15de eeuw (Sulpitius van Vorst, Jan Keldermans, Matheus de Layens, …)


Tienen is van oudsher een belangrijk marktcentrum op de grens van Haspengouw & Hageland.
De Grote Markt is de op twee na grootste van het land. Alleen Sint-Niklaas en Sint-Truiden scoren beter! (Zou dat aan de 'Sint' liggen?)
In het stedelijk museum 'Het Toreke' (vlak bij de markt) verneemt u er alles over.


 De stad heeft ook de grootste suikerraffinaderij van het land (1836).


Oorsprong van Tienen:

In de VIIIste eeuw lag op een heuvel (de Germanusberg – de huidige Veemarkt) een belangrijke hoeve, Villa de Thuinae genoemd. Vermoedelijk moet Tienen toen reeds bestaan hebben. Deze villa nam in het begin van de IXde eeuw enige uitbreiding. Toen bouwden de benedictijnen van St.-Germain-des-Prés uit Parijs er een romaans kerkje en een klein klooster. De invloed van deze monniken heeft ruimschoots bijgedragen tot de verdere ontwikkeling van de landhoeve.
De ligging langs de grote handelsweg St.-Truiden – Leuven was zeer voordelig, zodat meerdere handelaars zich rondom de berg vestigden. De Germanusberg werd stilaan het centrum van een groeiend stadje.

Maar later meer hieromtrent.

Groetjes,

LeoPol