http://detiensestraatmuzikanten.hetklikt.be/liedjes/liedjeszingen12.html Hierna een poging om de tekst in het Tiens dialect te vertalen. Sint Germàànestoure (Sint-Geramanus toren)
Dékkes moet ich noo nog pààze,
(dikwijls ik nu nog denken)
as ich no den toure zîen.
(als ik nu naar de toren kijk)
Vreuger spèlden heum e melodîeke,
(vroeger speelde hij een melodietje)
zoe huët ge niks in de top tîen.
(zo hebt u niets in de top tien)
As ich 's ooves in mé bèd lei,
(Als ik ’s avonds in mijn bed lig)
huër ich het vantêêd vanèèr,
(hoor ik het soms opniuew)
Mà dàd és dàn in mén druëme, jàà,
(maar dan is dat in mijn dormen)
ich voenk het 'n schoeën èèr ... (twieë kirre)
(ik vond het een mooie melodie… twee maal)
Schoeëne Sint Germàànestoure,
(Mooie Sint-Germanustoren)
spélt dà lîeke noo nog ins –
(speel dat liedje nu nog eens -)
Iederieën zult gêê bekoure,
(iedereen zal gij bekoren)
do an ontsnapt ginne mins.
(daaraan ontsnapt geen mens)
Rèchte Sint Germàànestoure,
(Rechte Sint-Germanustoren)
makt mich lèk e kind zoe blêê
(maak mij als een kind zo blij)
Bé dà lîeken aat mén kejoengesjoëre –
(met het liedje uit mijn kwajongensjaren)
èn dà d'és al lank verbêê ... (twieë kirre)
(en dat is al lang voorbij…twee maal)
As ich vreuger ins goenk wàndele bé mé lîef,
(Als ik vroeger met mijn lief eens ging wandelen)
zoe hànd in hànd,
(zo hand in hand)
Klingelde dà melodîeke,
(klinkt dat melodietje)
èn wélle voenke dà plezànt.
(en wij vonden dat plezant)
Noo és het àllemol verànderd,
(Nu is het allemaal veranderd)
ne mins dàd és noo volle persei,
(een mens dat is nu steeds gehaast)
Mà às gêê 't nog ins wilt speile,
(Maar als gij het nog eens wil spelen)
zinge we 't allemoël mei ... (twieë kirre)
(zingen we het allemaal mee)
Laat uw stem nu maar horen.
Groetjes,
LeoPol
|
zondag 29 mei 2016
Tienen - Germanuskerk
Hallo allemaal,
dinsdag 17 mei 2016
Extra geschiedenis Tienen
Beste zoektochters en aanverwanten,
Even een korte aanvulling van het geschiedkundig verleden van Tienen.
Archeologische vondsten op het Grijpenveld, waaronder een tempel ter ere van de oosterse god Mithras, tonen aan dat Tienen in de Romeinse tijd bewoond was.
Onder de Franken bevond het centrum zich in de huidige stationswijk en omstreeks 1380 vormde de huidige Veemarkt de kern van Tienen.
Na 1635 (bekend als de 'Tiense Furie') verschoof dit centrum naar de huidige Grote Markt.
En het stadhuis veranderde van vestiging in 1711.
Tienen heeft voor zijn ontwikkeling veel te danken aan 'Lambrecht I met de Baard', die het in 1013 bij het graafschap Leuven inlijfde.
Begin 12de eeuw verwierf Tienen het stadsrecht en omstreeks 1250 was het de hoofdplaats van een meierij.
In de middeleeuwen bloeiden hier de wolnijverheid en de lakenhandel.
Maar in de 17de eeuw leed de stad zwaar onder de Franse en Hollandse aanvallen tegen de Spanjaarden (zie de gewelddaden van 1635).
In de 19de eeuw luidde de oprichting van drie suikerfabrieken een periode van nieuwe welvaart in.
Groetjes,
LeoPol
Even een korte aanvulling van het geschiedkundig verleden van Tienen.
Archeologische vondsten op het Grijpenveld, waaronder een tempel ter ere van de oosterse god Mithras, tonen aan dat Tienen in de Romeinse tijd bewoond was.
Onder de Franken bevond het centrum zich in de huidige stationswijk en omstreeks 1380 vormde de huidige Veemarkt de kern van Tienen.
Na 1635 (bekend als de 'Tiense Furie') verschoof dit centrum naar de huidige Grote Markt.
En het stadhuis veranderde van vestiging in 1711.
Tienen heeft voor zijn ontwikkeling veel te danken aan 'Lambrecht I met de Baard', die het in 1013 bij het graafschap Leuven inlijfde.
Begin 12de eeuw verwierf Tienen het stadsrecht en omstreeks 1250 was het de hoofdplaats van een meierij.
In de middeleeuwen bloeiden hier de wolnijverheid en de lakenhandel.
Maar in de 17de eeuw leed de stad zwaar onder de Franse en Hollandse aanvallen tegen de Spanjaarden (zie de gewelddaden van 1635).
In de 19de eeuw luidde de oprichting van drie suikerfabrieken een periode van nieuwe welvaart in.
Groetjes,
LeoPol
donderdag 14 april 2016
Tiense streekproducten
Hierbij enkele van de vele Tiense streekproducten:
Tattepoem

Toteman
Het
kerstbrood dat sinds eeuwen in Tienen wordt gemaakt (en vroeger op
kerstavond werd gegeten) is een ‘toteman’; een rijk, wit
krentenbrood met twee ‘toten’ (deuken of bulten) dat de vorm
heeft van het ingebusselde kerstekind. Vroeger zat er als versiering
in het midden van een ‘toteman’ een platte, ronde schijf uit
pijpsteenaarde. Het uitdelen van totemannen bestaat in Tienen al
lang. In 1551 maakte de toenmalige pastoor in het Begijnhof zijn
beklag dat hij geen toteman met Kerstmis had gekregen.
SMAKELIJK
LeoPol
maandag 21 maart 2016
stadspark Tienen
Beste lezers,
Hoog tijd om nog wat informatie over Tienen door te sturen en even de aandacht te vestigen op het stadspark te Tienen. Het ligt vlak bij het centrum, maar maakt geen onderdeel uit van onze zoektocht.
Toch is het interessant om - vooral - even naar het verleden, de voorgeschiedenis van het huidige park te peilen.
Oorspronkelijk maakte het domein van het huidige stadspark in Tienen deel uit van het Danebroek-klooster. Tijdens de Franse Revolutie werden de kloostergebouwen, de tuin, de boerderij, de weiden en de boomgaard als nationaal goed verkocht. Bij het begin van de 19de eeuw werd in de voormalige boomgaard een laat-classicistische herenwoning opgetrokken. In de jaren dertig van de 19de eeuw kwam het huis met aanhorigheden in handen van de familie Van den Bossche-Loyaerts, een ondernemersgeslacht dat mede aan de basis lag van de Tiense suikerindustrie.
In de voormalige kloostertuin kwam een belangrijke plantenverzameling tot stand, de Hortus Thenensis. Na WO II werd het goed overgedragen aan de stad Tienen. De plantentuin vormde de basis van het huidige stadspark.
Honderdtwintig jaar geleden verscheen de "Hortus Thenensis", een inventaris van de plantencollectie in het Tiense stadspark. Dit privé eigendom, verbonden met de suikerbaronnen, was oorspronkelijk veel omvangrijker dan het huidige park.
Hoog tijd om nog wat informatie over Tienen door te sturen en even de aandacht te vestigen op het stadspark te Tienen. Het ligt vlak bij het centrum, maar maakt geen onderdeel uit van onze zoektocht.
Toch is het interessant om - vooral - even naar het verleden, de voorgeschiedenis van het huidige park te peilen.
Oorspronkelijk maakte het domein van het huidige stadspark in Tienen deel uit van het Danebroek-klooster. Tijdens de Franse Revolutie werden de kloostergebouwen, de tuin, de boerderij, de weiden en de boomgaard als nationaal goed verkocht. Bij het begin van de 19de eeuw werd in de voormalige boomgaard een laat-classicistische herenwoning opgetrokken. In de jaren dertig van de 19de eeuw kwam het huis met aanhorigheden in handen van de familie Van den Bossche-Loyaerts, een ondernemersgeslacht dat mede aan de basis lag van de Tiense suikerindustrie.
In de voormalige kloostertuin kwam een belangrijke plantenverzameling tot stand, de Hortus Thenensis. Na WO II werd het goed overgedragen aan de stad Tienen. De plantentuin vormde de basis van het huidige stadspark.
Honderdtwintig jaar geleden verscheen de "Hortus Thenensis", een inventaris van de plantencollectie in het Tiense stadspark. Dit privé eigendom, verbonden met de suikerbaronnen, was oorspronkelijk veel omvangrijker dan het huidige park.
De Inventaris Onroerend Erfgoed gaat zeer uitgebreid in op het stadspark: "Het overblijfsel van de botanische privétuin die in 1886-1910 werd aangelegd bij een neoclassicistisch herenhuis uit het begin van de 19de eeuw. Van de 700 winterharde houtige soorten en variëteiten die rond 1900 werden aangetroffen, heeft ongeveer een tiende de eeuw overleefd. Het huidige stadspark van Tienen is een flauwe maar nog herkenbare afstraling van de 'Hortus Thenensis', zoals Van den Bossche zijn plantentuin noemde."
Tussen 1895 en 1900 was Van den Bossche senator voor de katholieke partij in het arrondissement Leuven. Bovendien was hij bedrijfsleider van de Tiense suikerfabriek P.P. Van den Bossche frères et Janssens. In 1893 publiceerde hij de eerste catalogus van de plantenverzameling in Tienen. De "Hortus Thenensis" telde op dat ogenblik 1.320 soorten. Twee jaar later kwam men op circa 3.500 verschillende variëteiten. Leon Van den Bossche had een oppervlakte van 1 hectare 17 are geërfd. Nadien kocht hij percelen bij aan de Broekstraat, Daneboekstraat en Delportestraat. Bij zijn dood in 1911 liet Van den Bossche 2 hectare 42 are na. Zijn erfgenamen verkochten het goed in 1923 aan de Société Anonyme La Raffinerie Tirlemontoise.
Een nieuwe inventaris in 1991 leerde dat er nog 78 soorten te vinden zijn in het stadspark. Allicht waren die er ook al in de gloriejaren, toen de "Hortus Thenensis" de vergelijking met de Nationale Plantentuin doorstond.
Bron: inventaris onroerend erfgoed.
LeoPol
zaterdag 13 februari 2016
Tienen: spotnaam en dialect
Hallo kwèèkers en aanverwanten:
Hierbij enige info over de spotnaam van de Tienenaars en de eerste stappen in het (moeilijke) Tiense dialect...
Hierbij enige info over de spotnaam van de Tienenaars en de eerste stappen in het (moeilijke) Tiense dialect...
SPOTNAAM:
De spotnaam voor de inwoners van Tienen luidt: 'Tiense Kwèèkers'.
Deze spotnaam zou ontleend zijn aan een verhaal (waar of niet waar?)
dat in “L'étoile Belge” van 31 mei 1885 werd gepubliceerd. Met
het nodige voorbehoud dus...
Vroeger was het de gewoonte om tijdens de Pinksterviering in de kerk
een witte duif los te laten als symbool voor de Heilige Geest. Maar
in dat jaar vond de koster geen witte duif. Hij besloot dan maar om
een jonge eend te laten vliegen vanaf het doksaal. Een tamme eend kan
echter niet vliegen en naar verluid zou het dier luid kwakend de
misviering hebben verstoord...
Aanleiding genoeg om de Tienenaars (die bovendien de Heilige Geest
vergeleken met een eend) vanaf dan 'Tiense Kwèèkers' te noemen.
En dan de eerste les 'Tiens dialect'!
Tienen, mén saaikerzujte schoeën stad!
Bé heur toures, heur haaze èn heur minse,
'ch hèm ter altêêd en boeënke veur g'had.
Béëter kan ich mich – ècht wooër – ni winse!
(Luc Lambrecht – redactie “welkom in Tienen”)
(Merk je ook wat Limburgs in dit dialect?)
Zoete groetjes,
LeoPol
maandag 1 februari 2016
Zoektocht september 2016.
Hallo fanatieke zoektochters,
Hoog tijd om wat info door te sturen i.v.m. onze volgende wandel-zoektocht, TIENEN.
In een mailtje hebben jullie al wat voorbereidende informatie doorgeseind gekregen.
Via dit blog wil ik - af en toe - wat extra wetenswaardigheden doorgeven, om het verlangen naar deelname wat aan te wakkeren!
En daar gaan we dan...
Het grote en prachtige marktplein van Tienen herinnert aan de
vroegere grootheid van de stad.
De kerk van O.-L.-Vrouw-ten-Poel op deze markt heeft in het ontstaan van de
Brabantse gotiek een zeer belangrijke rol gespeeld als leerschool
voor een aantal Brabantse architecten uit de 14de en 15de
eeuw (Sulpitius van Vorst, Jan Keldermans, Matheus de Layens, …)
Tienen is van oudsher een belangrijk marktcentrum op de grens van
Haspengouw & Hageland.
De Grote Markt is de op twee na grootste van het land. Alleen
Sint-Niklaas en Sint-Truiden scoren beter! (Zou dat aan de 'Sint'
liggen?)
In het stedelijk museum 'Het Toreke' (vlak bij de markt) verneemt u
er alles over.
De stad heeft ook de grootste suikerraffinaderij van het land (1836).
Oorsprong van Tienen:
In de VIIIste eeuw lag op een heuvel (de Germanusberg –
de huidige Veemarkt) een belangrijke hoeve, Villa de Thuinae
genoemd. Vermoedelijk moet Tienen toen reeds bestaan hebben. Deze
villa nam in het begin van de IXde eeuw enige uitbreiding.
Toen bouwden de benedictijnen van St.-Germain-des-Prés uit Parijs er
een romaans kerkje en een klein klooster. De invloed van deze
monniken heeft ruimschoots bijgedragen tot de verdere ontwikkeling
van de landhoeve.
De ligging langs de grote handelsweg St.-Truiden – Leuven was zeer
voordelig, zodat meerdere handelaars zich rondom de berg vestigden.
De Germanusberg werd stilaan het centrum van een groeiend stadje.
Maar later meer hieromtrent.
Groetjes,
LeoPol
Abonneren op:
Posts (Atom)