Dag allemaal... Eindelijk de start van een nieuw verhaal: Turnhout
TURNHOUT
(een beetje geschiedenis)
Naam (mogelijk)
afgeleid van: turn = toren en holt = bos.
(Maar er zijn
meerder verklaringen voor de naam Turnhout.)
Turnhout werd reeds
heel vroeg bewoond door verschillende volksstammen.
In het
Taxandriamuseum vind je allerlei voorwerpen, gevonden in de bodem,
die dit staven.
Omstreeks 1110 is
er sprake van een burcht, waarschijnlijk als centrum van een
hertogelijk domein (de Warande). Niet alleen als verdedigingspost
maar ook (en vooral) als jachtslot was de burcht van Turnhout een
trefpunt, regelmatig bezocht door de hertogen van Brabant voor de
jacht in de omringende bossen. De
aanwezigheid van de hertogen zorgde voor een snelle groei van de
stad. Al in 1212 gaf de Brabantse hertog Hendrik I deze plaats zijn
stads- en vrijheidsrechten.
De
Romeinen hadden weinig of geen belangstelling voor deze onherbergzame
streek, met vooral dichte bossen, verraderlijke moerassen en een
onvruchtbare zandbodem. Het was een cultuurarm volk dat hier een
sober leven leidde, een volk van jagers, voortdurend in de weer om te
overleven.
Toen de Franken
zich (vanaf de vijfde eeuw) in onze streken vestigden, kwam er bloei
en vooruitgang in het Kempische leven. Zij zorgden voor heel wat
nederzettingen en bouwden 'Turnichalt' (of Turnhout) verder uit. Zij
waren herders en landbouwers en kenden de zwijnenkudde, de
schapenteelt, de bijenkweek, de ganzenteelt en het neerhof.
Vanaf de twaalfde
eeuw bloeide naast de landbouw ook de handel op in onze streken. Dat
zorgde voor een sterke uitbouw van het wegennet en op de kruisingen
hiervan kwamen marktplaatsen. De nabijheid van een burcht was een
bevorderende factor. Turnhout was dus bevoorrecht met zijn vier
oudste straten die op de huidige Grote Markt samenvloeiden. Toen
sloot het kasteel (of burcht) nog rechtstreeks aan op deze markt en
dus was het hier veilig.
In
de Middeleeuwen was dit stadje ook een belangrijk centrum van
weverijen en lakenhandel. Begin 14de eeuw kwamen Engelse,
Lombardische en Hanseatische kooplieden naar Turnhout om het laken te
kopen.
Midden
14de eeuw telde Turnhout zowat 7000 inwoners en een duizendtal
huizen. Eind 15de, begin 16de eeuw zat de welvaart op een hoogtepunt.
Maar door pest, oorlogen en watersnood ging het (vooral tussen 1520
en 1530) economisch snel bergaf.
Intussen
had landvoogdes Margareta van Oostenrijk de middeleeuwse burcht
verfraaid. En midden 16de eeuw schonk Keizer Karel V het 'land en de
vrijheid Turnhout' aan Maria van Hongarije. Zij liet de burcht
omtoveren tot een renaissancepaleis. Ze stichtte ook het enig mooie
begijnhof op een stukje van de 'warande'. (En eveneens de priorij van
Corsendonk, een eindje buiten Turnhout.)
In 1755 was
Turnhout, na Brussel, Antwerpen en Leuven, de dichtst bevolkte stad
van Brabant.
Na
de tachtigjarige oorlog kwam Turnhout in handen van het huis van
Oranje en liet Amalia van Solms het intussen verkommerde kasteel
opnieuw opkalefateren.
Vermeldenswaard
is nog dat tijdens de Brabantse Omwenteling de Oostenrijkse troepen
in de straten van Turnhout een nederlaag leden tegen de Patriotten.
Begin XIX was
Turnhout nog een textielstadje, doch de opkomende papiernijverheid
verdrong deze sector geleidelijk van de eerste plaats. Vooral de
familie Corbeels had hierin een belangrijke rol, toen zij een
drukkerijtje van Leuven naar Turnhout overbrachten (samen met hun
leerjongen Brepols). Pieter Corbeels was ook de bezieler en één van
de kopstukken van het gewapend verzet tegen de Franse bezetter (de
Boerenkrijg).
Met de productie
van speelkaarten werd in 1826 gestart. Dit was het begin van een
ongelooflijke speelkaartennijverheid. Jaarlijks worden wereldwijd
miljoenen Turnhoutse speelkaarten verkocht.
Eind
19de eeuw waren in Turnhout zeven grote papierfabrieken actief, met
als oudste de firma Brepols. Turnhout groeide uit tot het centrum van
de papierverwerkende nijverheid. Getuige hiervan is het
'speelkaartenmuseum', één van de toeristische troeven van Turnhout.
Nu zijn ze ondergebracht in het wereldvermaarde “Carta Mundi”.
Ook
in de 19de eeuw gingen handel en industrie er op vooruit, vooral door
de aanleg van extra wegen en kanalen (o.m. Het kanaal Dessel –
Turnhout – Schoten).
In
1939 bouwde de firma “Michielsen koffie” een nieuwe
koffiebranderij op de grens Turnhout – Oud-Turnhout, met de nog
steeds bekende en bestaande naam MIKO.
Veel
van het oude Turnhout is verdwenen. Niettegenstaande zijn kleine
oppervlakte zijn er toch nog heel wat bezienswaardigheden te
ontdekken en musea te bezoeken. Deze zoektochtwandeling tracht een
groot deel van deze sluier op te lichten.
Meer wetenswaardigheden volgen later...
Groetjes,
LeoPol
---